Kan visolie voorkomen dat een hoog-risico borstkanker weer de kop opsteekt? Een Amerikaanse klinische studie onder 47 borstkankeroverlevers verstevigt de wetenschappelijke bodem onder deze hoop. ‘Dit is de eerste klinische studie die een voedingsinterventie linkt aan metabole en epigenetische veranderingen in overlevers van borstkanker met een moleculair subtype waarvoor preventieve en adjuvante behandelstrategieën ontbreken.’
Dat concluderen wetenschappers van Ohio State University in The American Journal of Clinical Nutrition. De borstkankers waar de studiedeelnemers aan geopereerd waren hadden geen receptoren voor de hormonen oestrogeen (ER-) en progesteron (PR-). Van een aantal van de vrouwen was de tumor trippelnegatief, wat betekent dat daar ook de ‘humane epidermale groeifactor receptor2’ (HER2) ontbrak. Voor borstkankers met deze karakteristieken gelden slechtere prognoses dan voor hormoongevoelige varianten.
De vrouwen werden door het lot verdeeld in twee gelijkwaardige groepen en slikten over de periode van een jaar ofwel dagelijks één of vijf gram visolie. De omega 3-vetzuren DHA en EPA. Deelnemers noch onderzoekers – van de Ohio State University – wisten aan wie welke dosering was toegewezen. Vrouwen die de hoge dosering kregen kwamen na twaalf maanden bijna dubbel zo hoog uit in de omega 3-index (11 om 6 procent). Die stijgende lijn had op dat moment nog geen plateau bereikt, de toename van het aantal stofwisselingsproducten van DHA en EPA had toen wel een plateau bereikt.
In het vetweefsel van de vrouwelijke borst, zo toont de studie [X], veroorzaakte de hoge dosering epigenetische veranderingen. Epigenetisch wil zeggen: de manier waarop de genen aangestuurd worden. De waargenomen veranderingen komen in theorie overeen met het onderdrukken van twee processen die onder normale omstandigheden de groei van de tumor bevorderen.
Het ene proces draait om leptine in het vetweefsel van de borst. Dit hormoon geeft cellen, waaronder die van het immuunsysteem en de tumor, toestemming om energie te verbruiken. Het andere proces (met de afkorting SREBP) regelt de aanmaak van vetten die ook door de tumor kunnen worden gebruikt. Verhoogde activatie van SREBP, merkten de auteurs op, hangt bij borstkanker samen met versterkte tumorgroei en een slechtere prognose.
Micromilieu
De signaalstoffen die de gemeten veranderingen veroorzaakten zijn zogeheten SMPs (specialized pro-resolving and cytoprotective mediators), een subset van ‘oxylipinen’ die van EPA en DHA gemaakt worden. ‘Zowel circulerende en uit weefsel ontstane EPA en DHA oxylipinen zouden een ontstekingsremmende rol kunnen spelen in solide tumoren zoals te vinden zijn longkanker, melanoom en darmkanker.’
Eerder toonde dezelfde onderzoeksgroep in proefdieren aan dat bovengenoemde tumoren minder vaak en minder in aantal voorkwamen, als deze met visolie verrijkte voeding kregen. En in studies met vrouwen met een hoog risico op borstkanker toonden ze dat DHA en EPA via suppletie of het eten van vis de hoeveelheid EPA en DHA binnen drie maanden duidelijk verhoogde. Hun jongste studie draagt bij aan het vermoeden dat visolie een gunstige rol kan spelen bij hormoonongevoelige borstkanker:
‘Verrijking van borstvetweefsel met anti-inflammatoire en antiproliferatieve metabolieten, zou carcinogene processen kunnen onderdrukken in een micromilieu dat gevaar loopt.’ Om te weten of visolie inderdaad de prognose van deze types borstkanker verbetert, zijn langlopende patiëntonderzoeken met honderden deelnemers nodig.
Beeld: Pixabay
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief
