Zonnebloempitten zijn de gedroogde zaden van de zonnebloem. Ze hebben een grijs of zwarte schil met witte of lichtgrijze strepen, het zaadje wat hierin zit heeft vaak een grijs groenige kleur en zijn rijk aan allerlei vetten en vetzuren.
Zonnebloempitten hebben een milde, nootachtige smaak en een stevige maar zachte textuur.
Vitamine E, magnesium, selenium
Zonnebloempitten bevatten hoge concentraties vitamine E, magnesium en selenium.
Fytosterolen
Zonnebloempitten bevatten zo’n 270 tot 289 mg fytosterolen per 100 gram zonnebloempitten. Fytosterolen zijn stoffen die in planten worden gevonden en die een vergelijkbare chemische structuur hebben als cholestrol. Wanneer deze fytosterolen aan het dieet worden toegevoegd zorgen zij ervoor dat het cholesterolniveau zakt, de immuunrespons wordt versterkt en de kans op bepaalde kankersoorten wordt verkleind.
Omega-6
Per 100 gram zonnebloempitten krijg je 30 gram Omega 6 vetzuren binnen. Dus 30% van de pit is omega 6. Het is belangrijk om op te passen niet te veel omega 6 binnen te krijgen, in verband met de verhouding omega 3/omega 6.
MMV advies
Zonnebloempitten zijn wel toegestaan binnen het Moermandieet, maar niet binnen het NTTT dieet, in verband met de juiste verhouding tussen omega 3 en omega 6. In zonnebloempitten is de hoeveelheid omega 6 te hoog.
Latijnse naam:
Helianthus annuus
Wanneer te verkrijgen:
Het gehele jaar.
Vitamines en mineralen:
Per 100 g vers | |
Vitamine B1 | 1,80 mg |
Vitamine B2 | 0,18 mg |
Vitamine B6 | 1 mg |
Natrium | 50 mg |
Kalium | 500 mg |
Calcium | 90 mg |
Fosfor | 640 mg |
Ijzer | 5,5 mg |
Magnesium | 390 mg |
Koper | 2,30 mg |
Zink | 4,20 mg |
Bevat ook vitamine E, selenium en fytosterolen.
Literatuur:
- Phillips KM, Ruggio DM, Ashraf-Khorassani M. Phytosterol composition of nuts and seeds commonly consumed in the United States. J Agric Food Chem. 2005 Nov 30;53(24):9436-45. 2005. PMID:16302759.
- Vogt, T. M. Ziegler, R. G. Graubard, B. I et al. Serum selenium and risk of prostate cancer in U.S. blacks and whites. Int J Cancer. 2003 Feb 20; 103(5):664-70. 2003.