
Overgewicht en verminderde spiermassa zijn gelinkt aan een kortere overleving en een lagere levenskwaliteit bij vrouwen met gevorderde borstkanker. Deze observatie inspireert wetenschappers van de universiteit van Manchester tot onderzoek naar de mogelijkheden van calorierestrictie, krachttraining en gezonde voeding. Hun jongste studie toont een verbeterde progressievrije overleving en levenskwaliteit.
Aanwijzingen voor negatieve bijwerkingen leverde het eetexperiment niet op. De resultaten ‘rechtvaardigen een volgende, grotere gerandomiseerde studie’, concluderen de onderzoekers in British Journal of Cancer. Wat moesten de deelnemers precies doen en wat leverde hun dat op?
Een helft van de deelnemers ging intermitterend vasten. Elke week twee opeenvolgende dagen, bij voorkeur voorafgaand aan elke nieuwe ronde chemotherapie. Op de vastendagen was de hoeveelheid calorieën beperkt tot duizend. Ook tijdens de vijf resterende dagen was het de bedoeling iets minder te eten dan normaal. Over de week genomen was het bedoeling op calorierestrictie van 25 procent uit te komen. De body mass index (BMI) van de deelnemers lag tussen 27 en 32.
Mediterrane stijl
De vrouwen kregen uitleg van een diëtist, recepten en regelmatige follow ups; maar ze moesten wel hun eigen maaltijden regelen. De voedingswijze had een ‘mediterrane stijl’ en kenmerkte zich op de vastendagen door weinig koolhydraten (circa 50 gram per dag), dagelijks ‘tenminste’ vijf porties groenten en een portie fruit, mager vlees en zuivel, plantaardige eiwitbronnen zoals tofu. De rest van de week zag er in grote lijnen hetzelfde uit.
Qua macronutriënten waren de verhoudingen als volgt: 30 procent vetten, 25 procent eiwitten, terwijl de 45 procent koolhydraten vooral ‘laag glycemisch’ moesten zijn. Dat betekent dat deze suikers weinig invloed hebben op de bloedsuikerspiegel. Dat is bijvoorbeeld het geval bij volle granen, maar vooral bij de koolhydraten uit noten, zaden, groenten en peulvruchten. Licht alcoholgebruik was toegestaan, maximaal 80 gram per week.
De controlegroep werd geacht zich op dezelfde wijze te voeden. Eveneens met het oogmerk gewicht te verliezen, maar dan zonder de vastendagen en slechts met schriftelijke uitleg over de voedingswijze. Geen van beide groepen kwam bij aanvang uitzonderlijk hoog uit op de mediterrane dieetscore, ongeveer vier van de maximaal 12 te behalen punten. De vastengroep verbeterde die score in de loop van de studie met tweeënhalve punt, de controlegroep niet.
Hoewel de onderlinge verschillen groot waren, was alleen onder de deelnemers die vastten op groepsniveau een duidelijk gewichtsverlies meetbaar. Een min van 1,8 procent tegen een plusje van 0,2 procent in de controlegroep. Serieus gewichtsverlies, van 5 procent, deed zich alleen voor in de vastengroep, bij vier deelnemers.
Krachttraining
Beide groepen kregen daarnaast als huiswerk een op de persoonlijke situatie toegesneden oefenprogramma om de afname van spiermassa zo veel mogelijk te beperkten. Dat lukte, beide groepen lieten slechts een minimale krimp van de spiermassa zien. Gemiddeld genomen, want per deelnemer varieerden de veranderingen van bijna 600 kubieke millimeter krimp tot een toename van 500 kubieke millimeter. Daarbij nam de spierkracht in beide groepen een klein beetje toe.
En hielp het, gezond vasten?
Ja, de combinatie vasten, gezond(er) eten, spiertraining en gewichtsverlies lijkt het effect van de chemo inderdaad te begunstigen. Vergeleken met alleen krachttraining gaf vasten een 27 procent lager risico dat de ziekte zich voortzette. Gemiddeld (mediaan) was dat in de vasten- +krachttrainggroep na 42 weken het geval, tegen 26 weken in de alleen krachttraininggroep. [Zie grafiek onderaan dit artikel.]
Voor de kwaliteit van leven pakte de gezonde calorierestrictie ook gunstig uit. Op de samengestelde index (FACT-B) scoorden de deelnemers in de deze groep 4 punten hoger dan bij aanvang. De controlegroep pluste hier een enkele punt. Op de schaal voor angst en depressie (HADS) verbeterde de interventiegroep ook meer dan de controlegroep. ‘De betere uitkomst voor kwaliteit van leven’, schrijven de onderzoekers, ‘kan voor een deel te maken hebben met de grotere aandacht die deze groep ontving; zowel van hun diëtist als van hun fysiotherapeut.’
Waar de onderzoeksgroep geen voordeel had, was bij de toxiciteit van de chemo’s. Er waren geen verschillen tussen de groepen in het aantal gevallen van neuropathie, misselijkheid, diarree, obstipatie, hand-voetsyndroom, tekort aan witte bloedcellen (neutropenia) en vermoeidheid. Alle deelnemers ervoeren één of meer van deze bijwerkingen, maar meestal in de lichte vorm. Ernstige bijwerkingen – ‘groter dan graad 3’ – waren zeldzaam.
Aangezien er geen negatieve bijwerkingen waren, hoeft niemand zich te laten weerhouden om – weliswaar onder begeleiding – rond de chemo de calorieën te beperken. En al helemaal niet om zo gezond mogelijk te eten en aan de spierkracht en de conditie te werken. Maar het gaat nog heel lang duren voordat voeding en beweging tot de standaard zorg gaan behoren. Eerste stap is dat deze resultaten in een grote studie herhaald worden. Om voldoende statistische kracht te ontwikkelen zijn daar bijna 400 deelnemers voor nodig, schatten de onderzoekers.
De Nederlandse studie naar het effect van intermitterend vasten, waar MMV destijds over berichtte, is binnen een jaar na de start gestaakt.

Beeld: Aangepast beeld van Pexels
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief