
Peulvruchten zijn de perfecte vleesvervanger. Dat is althans de opinie van de EAT-Lancet Commissie. Hun Planetairy Health Diet propageert de consumptie van rood en bewerkt vlees tot twee ons per week te beperken. Een groter aandeel plantaardige eiwitten in het dieet dient de gezondheid van mens en milieu. Finse onderzoekers gingen na hoe een dergelijke beperking uitwerkt op de gezondheid van mannen.
‘De transitie naar plantaardiger voedingswijzen vereist meer aandacht voor de mogelijke negatieve impact op het gebied van nutriënten’, motiveren wetenschappers van de universiteit van Helsinki hun werk in European Journal of Nutrition. ‘Goed uitgevoerde studies naar gevolgen van duurzame voedingswijzen op de gezondheid zijn dringend nodig.’
Hun studie toont dat mannen zich geen zorgen hoeven te maken dat hun gezondheid in het gedrang komt als ze een paar biefstukjes minder eten. Sterker nog, het omwisselen van vlees voor bonen ‘kan een verrassend positieve impact hebben op de gezondheid van mannen’, zoals de kop boven het nieuwsbericht op de universiteitswebsite stelt. Wat hebben de 102 mannen gegeten en wat hebben de onderzoekers gemeten?
Opdracht aan de mannen – met een mediane leeftijd van 38 jaar – was te blijven eten zoals ze gewend waren. De enige verandering zat hem in de vlees- en peulvruchtenconsumptie. De helft van de deelnemers werd door het lot aangewezen om gedurende zes weken wekelijks een hoeveelheid rood en bewerkt vlees te eten die overeenkomt met het Finse landelijke gemiddelde voor mannen in de leeftijd van twintig tot zestig jaar. Dat komt neer op 760 gram per week, circa twee keer zoveel als de vrouwen. Deze hoeveelheid leverde een kwart van de dagelijkse eiwitinname; die op zijn beurt goed was voor achttien procent van de totale energie-inname.
De andere helft van de mannen beperkte zich tot 200 gram rood en bewerkt vlees, vijf procent van de totale eiwitinname. Als alternatief voor de missende eiwitten kozen de onderzoekers voor op peulvruchten gebaseerde producten. Daar kwam geen sojaboon aan pas, maar vooral veel erwten en tuinbonen.
Hart- en vaatgezondheid
Een en ander zorgde in de bonengroep voor een hogere inname van vezels en ijzer en een ‘gunstiger compositie van de vetzuren’ in vergelijking met de vleesgroep. Ook de inname van essentiële aminozuren – bouwstenen van eiwitten die het lichaam alleen uit voeding kan halen – was ‘adequaat’.
Na zes weken resulteerde dat in een lager cholesterol en een lager gewicht. ‘Terwijl de inname en status van ijzer, jodium en vitamine B12 adequaat was.’ Het lagere totale cholesterol en LDL-cholesterol komt door de andere vetsamenstelling van de peulvruchten en de grotere hoeveelheden vezels en saponinen, denken de onderzoekers.
Deze interventiestudie versterkt de suggestie uit een meta-analyse van observationele studies, waar de Finse onderzoekers naar verwijzen. Die komt namelijk tot de conclusie dat het vervangen van dagelijks één portie rood vlees door peulvruchten, geassocieerd is met minder hart- en vaatziekten.
Gewicht en suikerhuishouding
Ook in lijn met wat observationele én klinische studies tonen, was het duidelijke gewichtsverlies van gemiddeld een kilo in een bonengroep. Overigens woog ook de controlegroep na afloop minder: drie ons. Een deel van het gewichtsverlies kan volgens de onderzoekers verklaard worden vanuit de psychologie. ‘Een typische bias die geassocieerd is met voedingsinterventies, aangezien deelnemers hun consumptiepatroon kunnen veranderen om medewerking te tonen aan de doelstellingen van de studies.’
Ondanks het gewichtsverlies ontstonden er geen verschillen in de biomarkers die samenhangen met het risico voor diabetes type 2 (nuchter bloedsuiker, insuline en de HOMA-IR index). De auteurs vermoeden dat dit komt doordat de deelnemers aan hun studie gezond waren. In klinische studies met (pre)diabetes deelnemers heeft het vervangen van dierlijke door plantaardige proteïnen wel een gunstig effect op de suikerhuishouding.
Na zes weken vleesarm eten waren de serumwaarden voor ijzer en vitamine B12 weliswaar ‘adequaat’, maar wel lager dan voorafgaand aan het experiment. Bij een permanente, flinke verlaging van het aandeel dierlijke eiwitten zou de vitamine B12-status daarom ‘gemonitord moeten worden en zeker gesteld door de consumptie van (met vitamine B12) versterkte producten. Met name in kwetsbare groepen.’
Aangezien de deelnemers hoger opgeleid waren, nemen de onderzoekers aan dat ze er ook een gezondere leefstijl op nahielden. Een aanname die onder meer steunt op hun vezelinname. Die lag bij aanvang al dertig procent boven het gemiddelde. ‘Vandaar dat we veronderstellen dat de resultaten in de algemene bevolking meer uitgesproken zouden zijn geweest.’
Lees ook: Jonge mannen testten minimaal bewerkt voedsel versus ultrabewerkt voedsel
Beeld: Samer Daboul
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief