‘Of een onvolwaardig voedingspatroon het lichaam kan schaden, zou niet langer onderwerp van discussie moeten zijn’, stelt het Centre for Food as Medicine bij de presentatie van een dik rapport over dit thema. Slechte voeding veroorzaakt tal van ziekten, waaronder kanker. Maar het omgekeerde kan ook. ‘Het is ook in staat gezondheid op te bouwen, te onderhouden en te herstellen.’
De publicatie is het product van een samenwerking met het Hunter College New York City Food Policy Center. Eerste auteur Charles Platkin was daar professor, tot hij vorig jaar het Centrum voor Voedsel als Medicijn oprichtte. Hij noemt het 335 pagina’s en meer dan 2.500 referenties tellende werkstuk de ‘eerste academische literatuur review van de voedsel als medicijn-beweging ooit’.
Het rapport, dat ‘de kloof wil overbruggen tussen traditionele geneeskunde en het gebruik van voeding als medicijn in de preventie en behandeling van ziekten’, bestaat uit vijf delen. Deel een behandelt de geschiedenis en antropologie, van de Traditionele Chinese Geneeskunde, Ayurvedische geneeskunde en Hippocrates, tot recente documentaires en de opkomst van online media.
Voedingsrichtlijnen van velerlei aard, definities van gezondheid, voedsel- en gezondheidsrechtvaardigheid, duistere gezondheidsclaims en door de voedselindustrie gesponsord onderzoek zijn de uitdagingen die in het tweede deel aan bod komen.
Supplementen en ‘nutraceuticals’
De volgende veertig pagina’s gaan over voedselprogramma’s die in de VS lopen, ‘functional foods’ en voedingssupplementen. Toegespitst op specifieke ziekten valt op dat veel van de supplementen die in de complementaire kankertherapie een rol spelen – zoals de vitamines, omega vetzuren, de mineralen, secundaire plantstoffen zoals anthocyanidinen et cetera – bij andere condities genoemd worden.
Speciaal bij kanker noemen de auteurs wel het uit de Aziatische traditie stammende polyfenol ‘butein’ waarvoor alleen de Engelstalige Wikipedia een pagina beschikbaar heeft. Daarnaast worden fytosterolen genoemd en melkzuurbacteriën onder andere uit gefermenteerd voedsel.
Voedselmedicijn bij kanker
Deel vier geeft een overzicht van wetenschappelijk onderzoek naar dieetinterventies als behandeling of aanvullende behandeling bij: Alzheimer, (reumatoïde) artritis, autisme, kanker, chronische nierziekte, cirrose en ascites, diabetes, darmontsteking, HIV/aids, hypertensie, mentale gezondheid, multiple sclerose en slaapstoornissen.
Ook hier geldt dat veel van de dieetonderzoeken ten behoeve van andere condities dan kanker, daar toch hun waarde kunnen hebben. Bijvoorbeeld het verbeteren van het bloedbeeld (vetten, glucose en ontstekingsparameters), immuunstatus, leverfunctie of darmgezondheid heeft direct invloed op de kwaliteit van leven en de overleving bij kanker.
Bij kanker (‘Een paraplubegrip van meer dan honderd ziekten die te maken hebben met abnormale celgroei.’) noemen de auteurs (vanaf pagina 178): het vervangen van rood vlees voor plantaardige eiwitten en de consumptie van groenten en fruit die ‘veelvuldig bestudeerd zijn voor hun impact op de preventie, behandeling en recidive van verschillende kankers’.
De auteurs noemen recente publicaties waarbij een hogere inname van groenten en fruit geassocieerd was met ‘beter fysiek functioneren’ (darmkanker), lagere mortaliteit (eierstokkanker) en langere overleving (borstkanker). Behalve flinke hoeveelheden van dagelijks zes ons groenten en fruit, worden met name groene bladgroenten genoemd en soorten met een hoog vitamine C- en betacaroteengehalte.
‘Bovendien’, zo citeren de auteurs uit een recente publicatie, ‘is het belangrijk in gedachten te houden dat geen van de studies een schadelijke relatie vond met de consumptie van groenten en fruit in kankerpatiënten. Met andere woorden: baat het niet, dan schaadt het niet. Wat niet opging voor de consumptie van vruchtensappen. Een hogere consumptie daarvan ging juist samen met een hogere mortaliteit.
Voedingseducatie
Ook voedingseducatie werp vruchten af. Prostaatkankerpatiënten profiteerden van voedings- beweegadviezen met een betere conditie, kracht, mobiliteit en lichaamssamenstelling. En bij chemotherapie hielpen dieetadviezen tegen darmproblemen. Verlies van eetlust en gewicht is een veelvoorkomend probleem bij (de behandeling van) kanker ‘en is de meest gebruikelijke oorzaak van ondervoeding in kankerpatiënten’.
Een systematische review uit 2020 vond dat het gebruik van voedingssupplementen, het ontvangen van dieetadviezen en suppletie met het omega 3-vetzuur EPA ‘de eetlust en de nutriëntenstatus verbeterde van kankerpatiënten die behandelingen ondergingen.
De redenen dat veel patiënten aanvullende therapieën, inclusief dieetinterventies volgen, zijn dezelfde als die mensen tot op de dag van vandaag in het Moerman/NTTT-dieet aantrekt: ‘omgaan met de bijwerkingen van behandelingen, troost en rust vinden van de zorgen en stress door de behandelingen, het gevoel zelf bij de dragen aan goede zorg, pogen de kanker te genezen.’
Conflicterende belangen van verzekeraars
Onder de vele aanbevelingen die het vijfde deel doet om bekendheid met en toegang tot volwaardige voeding op de gezondheidskaart te zetten, zijn er ook enkele gericht tot de ziektekostenverzekeraars. Hoewel het Amerikaanse gezondheidzorgsysteem op punten fundamenteel verschilt van het Nederlandse, zijn de uitdagingen ook voor wat de verzekeraars betreft opvallend gelijk. Zo doet oproep het aanbod van leefstijlstijlinterventie te coördineren, aan te bieden en te vergoeden, denken aan de Nederlandse problemen rond de Gecombineerde Leefstijlinterventie.
Elders in het rapport (pag. 154) wordt gewezen op het belangenconflict dat zorgverzekeraars hebben in hun rol als belegger. Ze investeren een deel van hun reserves in dezelfde fastfoodindustrie die hun klanten ziek maakt. Ook Nederlandse zorgverzekeraars beleggen miljoenen euro’s in fastfoodketens, blijkt uit onderzoek door de Leeuwardercourant/Dagblad van het Noorden.
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief